Informatie over angststoornissen
In de psychiatrie worden door de DSM-IV (het handboek voor diagnose en statistiek van psychische aandoeningen) twaalf angststoornissen onderscheiden. In deze special vindt u informatie over de de paniekstoornis met en zonder agorafobie, agorafobie zonder paniekstoornis, specifieke fobie, sociale fobie, obsessieve-compulsieve stoornis, posttraumatische stressstoornis (PTSS), acute stressstoornis (ASS), gegeneraliseerde angststoornis, angststoornis door een ziekte of middel en angststoornis NAO
Wat is een angststoornis?
Angst is een normale reactie op angstopwekkende prikkels. Wanneer na zo’n prikkel abnormaal intense en/of langdurige angst ontstaat of wanneer de angst optreedt zonder dat er een angstprikkel aanwezig is, wordt gesproken van pathologische (ziekelijke) angst. Deze pathologische angst wordt een angststoornis genoemd als de patiënt deze als last ervaart en/of als deze leidt tot beperkingen in het functioneren.
Angststoornissen komen voor bij 15-20% van de Nederlandse bevolking. Angststoornissen komen vaker voor bij vrouwen dan bij mannen. Angststoornissen gaan vaak gepaard met
depressie of middelenafhankelijkheid.
Twaalf angststoornissen
De DSM-IV (het handboek voor diagnose en statistiek van psychische aandoeningen) onderscheidt twaalf angststoornissen:
Paniekstoornis zonder agorafobie (pleinvrees)
Paniekstoornis met agorafobie (pleinvrees)
Agorafobie (pleinvrees) zonder paniekstoornis
Specifieke fobie (angst)
Sociale fobie (angst)
Obsessieve-compulsieve stoornis (OCS)
Posttraumatische stressstoornis (PTSS)
Acute stressstoornis (ASS)
Gegeneraliseerde angststoornis
Angststoornis door een somatische (lichamelijke) aandoening
Angststoornis door een middel
Angststoornis NAO (niet anders omschreven)
In deze special worden deze twaalf angststoornissen uitgebreid behandeld. Er wordt onder andere aandacht besteed aan het ontstaansmechanisme, de symptomen en de behandelmogelijkheden van elk van bovenstaande angststoornissen.